Specialistische begeleiding & training aan jeugd, ouders en professionals op het gebied van gedrag en sociaal-emotionele ontwikkeling

REFLEXINTEGRATIE

klik om de flyer Reflexintegratie te kunnen zien en lezen

Reflexintegratie is langzaamaan steeds bekender aan het worden in Nederland en daar ben ik ontzettend blij mee! Ik heb namelijk óók ontdekt dat het
dé start is van hulpverlening bij leer- en/of gedragsproblemen.

Maar wat is Reflexintegratie dan?

Reflexintegratie is niet gemakkelijk in een paar zinnen uit te leggen,
maar ik ga toch een poging wagen!

Reflexen

Reflexen zijn automatische en ongecontroleerde bewegingen die je lijf als reactie op een prikkel maakt en die met enige moeite of niet (volledig) te onderdrukken zijn. Reflexen hebben dan ook altijd voorrang op ‘bewust’ gekozen reacties!
Bekende (volwassen of beter gezegd levenslange)reflexen zijn bijv.: het knipperen met je ogen als iets te dichtbij komt of wanneer een dokter met een hamertje zachtjes op je knie slaat, dan schiet je onderbeen ineens naar voren. Ook niezen en geeuwen zijn een reflex. En wat dacht je van krabben, slikken en ademhalen? Of het aanspannen van je spieren in je lijf wanneer je opeens een harde knal hoort.
Er zijn vele verschillende soorten reflexen welke allemaal een specifieke functie hebben, maar alle reflexen hebben als hoofddoel ‘beschermen en overleven’.

Integratie

Integratie betekent ‘opname en samenbrengen tot een groter geheel’. Dus het ‘invoegen en nestelen’ van primitieve reflexen in het centrale zenuwstelsel, ons eigen (neurologische) systeem (brein). Hierdoor ontstaan er automatische, stabiele bewegelijke reacties.

Reflexintegratie houdt zich bezig met actieve (= niet-geïntegreerde) primitieve reflexen.

Primitieve reflexen

Primitieve reflexen, ook wel primaire, neonatale of baby reflexen genoemd, ontstaan als allereerste reflexen in het lijf. De verschillende primitieve reflexen moeten zich ontwikkelen om tot een gezonde ontwikkeling van de hersenen en het centrale zenuwstelsel te komen.
In de baarmoeder, ongeveer vanaf de 5e week al!, ontstaat een eerste reflex. Een tweede reflex ontstaat al snel hierna en ook die moet zich ontwikkelen en wordt weer opgevolgd door een daarop volgend reflex en zo volgen de vele primitieve reflexen elkaar in de maanden daarna op, tot een kind ongeveer 1,5/2 jaar oud is.

Primitieve reflexen helpen de baby o.a. bij de geboorte. Tijdens de eerste jaren zijn ze van levensbelang, ze helpen de baby letterlijk te ‘overleven’. De primitieve reflexen maken verbinding mogelijk tussen de verschillende gebieden van de hersenen die later zo belangrijk zijn voor leren, gedrag, communicatie, relaties en het emotioneel welzijn.

Wanneer een reflex geheel ontwikkeld is en tot een hoogtepunt is gekomen (= zijn functie tot uitvoer heeft gebracht), zal deze in de weken of maanden daarna integreren in het centrale zenuwstelsel. Sommige reflexen gaan dan over in ‘volwassen’ (levenslange)reflexen en zullen de rest van het leven actief blijven. Alle andere primitieve reflexen blijven na de integratie ‘slapend’ aanwezig in de hersenstam, maar hebben geen functie meer.

Het proces van ‘ontstaan -> ontwikkelen -> hoogtepunt -> integreren’ is dus een belangrijk proces.

Verstoring

Verstoring van de reflexintegratie kan al vroeg in de zwangerschap ontstaan en kent verschillende oorzaken. Je kunt denken aan:

  • roken
  • gebruik van medicatie, drugs en alcohol
  • stress
  • life-events

Ook stuitligging, geboortetrauma, een keizersnede of andere complicaties tijdens de bevalling, gebrek aan goede beweging in de babytijd (zoals lange tijd geplaatst worden in rollators/ringen/Bumbo-stoel/babycapsules/loopstoeltjes/e.d), gevoeligheden in de voeding en andere stressoren tijdens de eerste 2 jaren ná de geboorte, heeft een storend effect op het reflexintegratieproces.

Wanneer één of meerdere reflexen een storing in het reflexintegratieproces hebben meegemaakt, kan dit, soms grote, gevolgen hebben op de leer- en gedragsontwikkeling van een kind.
Ook ‘slapende’ geïntegreerde reflexen kunnen soms op latere leeftijd opnieuw ‘wakker’ gemaakt worden, door bijv. traumatisch hersenletsel (ongelukkige/lelijke val of ongeluk), dementie of beroerte, en dan weer actief worden. Ze zullen dan opnieuw geïntegreerd kunnen worden.

Integratie van de primitieve reflexen is belangrijk omdat:

  • Primitieve reflexen vormen de basis van ons centrale zenuwstelsel en daarmee ons vermogen om te bewegen
  • Primitieve reflexen ontstaan in de hersenstam, hét gebied van de hersenen wat verantwoordelijk is voor overleving en van waaruit we functioneren bij stress. Dit gebied van de hersenen kan niet nadenken en is alleen gericht op overleven.
  • Naarmate we ouder worden, activeren onze nog actieve primitieve reflexen de vecht/vluchtreactie zeer regelmatig, zelfs als er geen ‘logische’ reden is voor stress. Het gestreste gedrag wat we dan laten zien, wordt door deze herhaling ons reactiepatroon.
  • De ontwikkeling van gerichte bewegingen komen voort uit primitieve reflexen. Wanneer deze reflexen niet geïntegreerd zijn, zullen er uitdagingen blijven met coördinatie. Dit kan leiden tot lees- en schrijfproblemen, taal- en spraakvertragingen, desorganisatie, friemelen, concentratieproblemen, slechte blaascontrole, ademhalingsmoeilijkheden, huidproblemen en het hebben van een oncontroleerbare zoetekauw.

Reflexintegratie behandeltraject

Met een reflexintegratie behandeltraject worden de nog actieve primitieve reflexen door ritmische bewegingen opnieuw gestimuleerd om het proces van ‘ontstaan-ontwikkelen-hoogtepunt-integreren’ op de juiste manier af te ronden en op te slaan in het centrale zenuwstelsel. Deze ritmische bewegingen zijn gebaseerd op de bewegingen die baby’s van nature maken. Bewegen legt namelijk de basis voor de groei van neurale netwerkpaden en myelinisatie* in de hersenen.

Een behandeltraject zal per actieve primitieve reflex minimaal 3 maanden duren, omdat het integreren in het centrale zenuwstelsel die tijd simpelweg nodig heeft. Soms kunnen meerdere reflexen tegelijk behandeld worden.

Op dit moment zijn er meerdere reflexintegratie methodieken in Nederland waarmee gewerkt wordt. Ik ben opgeleid in:
RMTI Rhythmic Movement Training International  (www.rhythmicmovement.com).

MNRI (Masgutova Neuro-Sensory-Motor and Reflex Integration) Methode® (www.masgutovamethode.nl)

Uiteraard zal ik blijvend vervolg- en herhalingstrainingen volgen.

Voor meer informatie over hoe een Reflexintegratiebehandeling bij 0 tot 18 zal verlopen, wijs ik u naar https://www.0tot18.nl/werkwijze/.

*Myelinisatie is het proces waardoor witte stof wordt gevormd. Het wordt vaak gebruikt als een index van de rijping van de hersenen. Vlak na de geboorte zijn zenuwbanen hoofdzakelijk ongemyeliniseerd. Langzaam vindt het myelinisatie-proces plaats vanuit het hoofd naar beneden. Toenemende myelinisatie houdt in dat het kind tot steeds meer in staat is, bijvoorbeeld het hoofd rechtop houden of kruipen. Naarmate de mogelijkheden van het kind door toenemende myelinisatie toenemen, zal het kind ook nieuwe ervaringen opdoen. De fasen in ontwikkeling ontvouwen zich door groei en myelinisatie. Myelinisatie begint na de geboorte en is pas in de late adolescentie (omtrent 18 jaar) geheel voltooid.


Hieronder heb ik een aantal primitieve reflexen kort omschreven.

De Moro Reflex, ook wel de baby schrikreflex genoemd, is een automatische reactie op een plotselinge verandering in zintuiglijke prikkels. Een plotselinge verandering van welke aard dan ook (fel licht, verandering in lichaamshouding, temperatuur, hard geluid, intense aanraking enz.) kan de Moro Reflex activeren.

Enkele mogelijke langetermijneffecten van een niet-geïntegreerde Moro zijn:

  • Gemakkelijk getriggerd, reageert in woede of emotionele uitbarsting
  • Slechte balans en coördinatie
  • Slecht uithoudingsvermogen
  • Slechte spijsvertering, neiging tot hypoglykemie
  • Zwak immuunsysteem, astma, allergieën en infecties
  • Overgevoeligheid voor licht, beweging, geluid, tast en geur
  • Problemen met zien/lezen/schrijven
  • Moeite om je aan te passen aan veranderingen
  • Cycli van hyperactiviteit en extreme vermoeidheid

De Fear Paralysis Reflex (FPR) is een terugtrekreflex die ontstaat in het embryonale stadium (= De periode vanaf het ogenblik dat de eicel is bevrucht totdat het embryo acht weken oud is, wordt de embryonale fase genoemd. Tijdens deze periode beginnen de organen te ontstaan.). Tijdens deze fase reageert het embryo op stress en stimulatie door zich terug te trekken en in te vriezen. Naarmate het tactiele bewustzijn van de foetus zich ontwikkelt, neemt de terugtrekking bij contact geleidelijk af. Er wordt gedacht dat deze reflex de eerste stap is in het leren omgaan met stress. Idealiter gaat de FPR over in de Moro-reflex en is inactief geworden voor de geboorte. Als de FPR bij de geboorte niet volledig geïntegreerd is, kan dit bijdragen aan levenslange uitdagingen in verband met angst. Mensen met de FPR actief kunnen vaak erg angstig zijn en neigen naar negativiteit, wat hen ervan kan weerhouden om gemakkelijk verder te gaan naar een zinvol, interactief leven. Een actieve FPR gaat vaak hand in hand met een niet-geïntegreerde Moro-reflex.

Enkele mogelijke langetermijneffecten van een niet-geïntegreerde FPR zijn:

  • Oppervlakkige, moeilijke ademhaling
  • Onderliggende angst of negativiteit
  • Onzeker, laag zelfbeeld
  • Depressie/isolatie/ontwenning
  • Constante gevoelens van overweldiging
  • Extreme verlegenheid, angst in groepen
  • Overmatige angst voor schaamte
  • Angst voor scheiding van een geliefde, vastklampen
  • Slaap- en eetstoornissen
  • Gevoel vast te zitten
  • Selectief mutisme
  • Terugtrekking uit aanraking
  • Extreme faalangst, perfectionisme
  • Fobieën
  • Agressief of controlerend gedrag, hunkert naar aandacht
  • Lage tolerantie voor stress

De Tonic Labyrintische Reflex (TLR) biedt de baby een middel om te leren over zwaartekracht en het beheersen van nek- en hoofdcontrole buiten de baarmoeder. Deze reflex is belangrijk om de baby de kans te geven om balans te oefenen; verhoog de spiertonus; en ontwikkel de proprioceptieve en evenwichtszintuig. De TLR werkt samen met andere reflexen om het kind te helpen bij het ontwikkelen van coördinatie, houding en juiste hoofduitlijning.

Het is van vitaal belang voor de TLR om zijn werk te doen, omdat een juiste uitlijning van het hoofd met de rest van het lichaam noodzakelijk is voor balans, eye tracking, auditieve verwerking, spiertonus en georganiseerde bewegingen – die allemaal essentieel zijn voor de ontwikkeling van ons vermogen om ons te concentreren en aandacht te schenken.

Enkele mogelijke langetermijneffecten van een niet-geïntegreerde TLR zijn:

  • Evenwichts- en coördinatieproblemen
  • Gebogen houding
  • Snel vermoeid
  • Slechte spierspanning
  • Moeite met het beoordelen van afstand, diepte, ruimte en snelheid
  • Visuele, spraak-, auditieve problemen
  • Stijve schokkerige beweging
  • Op de tenen lopen
  • Moeite met traplopen

De Asymmetrische tonische nekreflex (ATNR) is belangrijk voor het ontwikkelen van homolaterale eenzijdige bewegingen. Wanneer het kind zijn hoofd naar één kant draait, strekken de arm en het been van die kant zich automatisch uit. In utero biedt de ATNR de nodige stimulatie voor het ontwikkelen van de spiertonus en het vestibulaire systeem. Het helpt bij het geboorteproces en biedt een van de middelen voor de baby om de geboortepassage te “kurkentrekker”. ATNR verzorgt ook trainingen in hand-oogcoördinatie. Tegen de leeftijd van zes maanden zou deze reflex moeten evolueren naar complexere bewegingspatronen. Als de ATNR actief blijft, levert dit een belangrijke bijdrage aan academische problemen op school.

Enkele mogelijke langetermijneffecten van een niet-geïntegreerde ATNR zijn:

  • Dyslexie
  • Lees-, luister-, handschrift- en spellingproblemen
  • Moeite met wiskunde
  • Verwarde handvaardigheid
  • Snel afgeleid
  • Zwakke coördinatie ten opzichte van handschrift

De Symmetrische tonische nekreflex (STNR) is geen primitieve reflex; het is een overbruggings- of overgangsreflex. Het is een belangrijke ontwikkelingsfase die de baby helpt bij de overgang van op de grond liggen naar kunnen kruipen /kruipen. Om dit te kunnen doen, moet de baby succesvol zijn geweest in het loskoppelen van de automatische beweging van het hoofd van de automatische beweging van de armen en benen. Als de STNR actief blijft, is dit een andere belangrijke oorzaak van het onvermogen om goed te functioneren op school. Dit komt omdat op en neer hoofdbewegingen gekoppeld blijven aan arm- en beenbewegingen, waardoor schoolwerk moeilijk en moeilijk wordt.

Enkele mogelijke langetermijneffecten van een niet-geïntegreerde STNR zijn:

  • Slechte/zwakke lichaamshouding en coördinatie
  • Slechte, gebogen houding
  • Hoofdpijn door spierspanning in de nek
  • Moeite met schrijven en lezen
  • Moeite met stilzitten
  • “W” zittend
  • Problemen met kopiëren vanaf schoolbord
  • Aapachtig wandelen
  • Visusstoornissen
  • Vind het moeilijk om op de taak te blijven

De Spinal Galant werkt samen met de ATNR om de reis van de baby door het geboortekanaal te helpen. Er wordt ook gedacht dat het de balans van een baby helpt en het lichaam coördineert voor kruipen en kruipen. Er wordt gedacht dat het verband houdt met de blaasfunctie omdat een hoog percentage kinderen die bedplassen na de leeftijd van 5 jaar een actieve spinale galantreflex hebben.

Enkele mogelijke langetermijneffecten van een niet-geïntegreerde Spinal Galant zijn:

  • Bedplassen
  • Slecht uithoudingsvermogen
  • Aandachtsproblemen
  • Heuprotatie naar één kant/scoliose
  • Slechte concentratie
  • Slechte coördinatie
  • Slechte houding
  • Slecht kortetermijngeheugen
  • Friemelen/hyperactiviteit

Ik kijk ook naar de volgende voet-, hand- en orale reflexen – de Babinski, Plantar, Palmar, Hands Pulling, Grasp, Amphibian, Rooting, Suck en Babkin reflexen en hun rol in leren en ontwikkeling vooral voor coördinatie, schrijven en taalontwikkeling

Enkele mogelijke langetermijneffecten van een niet-geïntegreerde voet-, hand- en orale reflexen zijn:

  • Spraakvertraging of problemen
  • Slikproblemen
  • Slecht sociaal gedrag
  • Dribbelen en kwijlen
  • Slechte handvaardigheid
  • Slechte potloodgreep
  • Problemen met het handschrift
  • Losse, gemakkelijk verstuikte enkels
  • Teen lopen
  • Platvoeten of lopend aan zijkanten van voeten/heuprotatie
  • Moeite met het uitdrukken van geschreven ideeën